VISIE
Jos Bannink:
‘De mens moet zich thuis voelen
Dienstverlening is voor mij een wezenlijk onderdeel van architect zijn. Ik wil iets maken dat past binnen het wensenpakket van de opdrachtgever, én zo mogelijk nog meer biedt. Daarbij moet de rol van de architect niet groter zijn dan die van de opdrachtgever. Natuurlijk heb ik ook wel eens de kriebels om iets neer te zetten voor de eeuwigheid, maar dat is niet mijn drijfveer. Wel moet het duidelijk zijn dat er een architect nodig is om de wensen van de opdrachtgever tot uitvoering te brengen, mijn inbreng als architect - mijn ideeën - moeten daarbij een toegevoegde waarde hebben.
De kunst van het horen en het zien is de basis van mijn manier van werken. Horen wat iemand wil, zien welke mogelijkheden er zijn in het gebouw en/of in de omgeving waar iets moet worden gerealiseerd. Vervolgens doet mijn creativiteit, in combinatie met wat ik heb geleerd en een jarenlange ervaring, haar werk. Soms geven heel eenvoudige dingen inspiratie voor een ontwerp; een kronkelige tak, een mooie ruimte of iets opmerkelijks in de natuur. Maar ik kan ook geïnspireerd raken door een ballet, fraaie beeldende kunst, een goed boek. Wat ik ontwerp moet bijdragen aan het geluk van mensen. Daarnaast wil ik kwaliteit leveren. Ik noem op de eerste plaats technische kwaliteit; wat ik ontwerp moet goed zijn, onder andere door de gekozen materialen en de vormgeving daarvan. Ook comfort is een heel wezenlijk aspect. De klant moet zich gerieflijk voelen door de energie, de lucht en het licht in een ruimte. En natuurlijk is de esthetische kwaliteit van wezenlijk belang. Het gebouwde moet mooi en zinnenprikkelend zijn. Deze drie kwaliteiten samen kun je vatten onder de noemer duurzaamheid. Wat ik ontwerp moet de tand des tijds kunnen doorstaan.
Ik zie het als mijn taak om vanuit mijn vaardigheden als architect méér te maken van de wensen, gedachten en beelden die de opdrachtgever heeft. Daarbij vind ik het een grote uitdaging om te bouwen binnen de strakke kaders die de omgeving kent. Eveneens vind ik het een mooie opgave om in de uitvoering een evenwicht te vinden in duurzaamheid en veroudering. Geen bouwwerk wordt voor de eeuwigheid gebouwd, maar anderzijds wil de opdrachtgever toch een gebouw voor langere tijd. Er zijn voldoende natuurlijke materialen voorhanden die meeveranderend zijn met de seizoenen en de tijd, zonder extra onderhoudsinvestering van de bewoner, en toch hun schoonheid behouden.
Uiteindelijk ontstaat er een jas die past’